Jahresurlaub
Je kiest zelf wanneer je je jaarlijks vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.
Je kiest zelf wanneer je je jaarlijks vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.
In de tabel onderaan vind je een overzicht van het aantal vakantiedagen waar je recht op hebt als je voltijds werkt. Je zal zien dat het afhankelijk is van de leeftijd.
Je kiest zelf wanneer je je jaarlijks vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.
Overdracht vakantieverlof naar volgend jaar
Als je je vakantieverlof (tot 24 vakantiedagen, de rest kan je opsparen, zie lager) niet volledig hebt kunnen opnemen, dan bepaalt de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde hoe je je vakantieverlof naar het volgende jaar kan overdragen (het verlof dat je overdraagt moet dan wel in dat jaar opgenomen worden).
Overdracht vakantieverlof niet beperkt tot 1 jaar
Als je je jaarlijks vakantieverlof (tot 24 vakantiedagen, de rest kan je opsparen) niet hebt kunnen opnemen door onderstaande redenen, dan is de overdracht niet beperkt tot één jaar:
Bij je terugkeer wordt het jaarlijks vakantieverlof opgenomen rekening houdend met de behoeften van de dienst.
Splitsing en opschorting
Als je je verlof splitst, heb je het recht om een doorlopende periode van ten minste twee weken op te nemen.
Je jaarlijks vakantieverlof wordt opgeschort zodra je verlof wegens ziekte hebt of in disponibiliteit wegens ziekte wordt geplaatst (KB 19.11.1998, art. 12, §3). Dit betekent eveneens dat alle regels met betrekking tot het toezicht op de afwezigheid wegens ziekte van toepassing zijn (verwittiging van de werkgever, ziekteattest en ziektecontrole.
Je kan nu een bepaald gedeelte van je verlof opsparen tot een maximum van 100 vakantiedagen.
Het gaat hier over alle vakantiedagen boven de 24 vakantiedagen. Voor personeelsleden tot 45 jaar zijn dat dus 2 dagen per jaar. In de tabel onderaan vind je in de laatste kolom de dagen die je kan opsparen. Het gaat hier dus niet over bijkomende verlofdagen, maar het gedeelte van je vakantieverlof dat je kan opsparen.
Het jaarlijks aantal vakantieverlofdagen dat je kan sparen hangt af van je leeftijd en je werkregime. Dat varieert dus van persoon tot persoon.
Bijvoorbeeld: een personeelslid (60 jaar) heeft op basis van zijn prestaties in 2021 recht op 30 werkdagen jaarlijks vakantieverlof.
Je kiest zelf wanneer je je opgespaarde vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.
Als je ten minste 20 vakantiedagen opgespaard vakantieverlof wil opnemen, kan dit niet geweigerd worden om dienstredenen en moet je het twee maanden op voorhand aanvragen, tenzij
Het aantal dagen van je jaarlijks vakantieverlof hangt af van je leeftijd.
Leeftijd |
Jaarlijks aantal |
Waarvan jaarlijks op te |
18-44 jaar |
26 |
2 |
45-49 jaar |
27 |
3 |
50-54 jaar |
28 |
4 |
55-59 jaar |
29 |
5 |
60 jaar |
30 |
6 |
61 jaar |
30 |
6 |
62 jaar |
31 |
7 |
63 jaar |
32 |
8 |
64 jaar |
33 |
9 |
65 jaar | 34 | 10 |
Vanaf 66 jaar | 35 | 11 |
Het gaat niet om de leeftijd die je op 1 januari hebt, maar om de leeftijd die je in de loop van een kalenderjaar bereikt.
Voorbeeld: Je wordt op 8 november 2023 60 jaar, dan heb je vanaf 1 januari 2023 recht op 30 dagen vakantieverlof.
Het jaarlijks vakantieverlof wordt vastgesteld op het lopend jaar en niet op het voorgaande jaar.
Je jaarlijks vakantieverlof wordt proportioneel verminderd
Deze regel geldt ook voor contractuele personeelsleden. Daarnaast worden geboorteverlof, ziekteverlof, adoptieverlof, pleegouderverlof en pleegzorgverlof gelijkgesteld met gewerkte dagen. Deze verloven worden beschouwd als dienstactiviteit.
Je kan hiervoor ook bij je personeelsdienst terecht. Het totaal aantal van deze afwezigheidsdagen (uit de lijst hierboven) tijdens de beschouwde 12 maanden is de “Y” in de berekeningsformule van het jaarlijks vakantieverlof:
Formule: Je vermenigvuldigt het totaal aantal dagen afwezigheid (Y) met 26. Het getal dat je uitkomt deel je door 260. Het getal dat je dan uitkomt breng je in vermindering van 26. Het getal dat je dan uitkomt is het totaal aantal verlofdagen waarop je recht hebt.
Legende bij de formule:
Als na de vermindering het aantal dagen niet op een geheel getal uitkomt, wordt het afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid. Als iemand te veel jaarlijks vakantieverlof opgenomen heeft, kan dit aangezuiverd worden met het jaarlijks vakantieverlof van het volgende jaar.
Voorbeeld bij berekening
Een personeelslid van 29 jaar (contractueel of statutair) nam 6 maanden (1/06/20xx-30/11/20xx) halftijdse (50%) loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof met elke dag prestaties.
--> Y= 65,5 (afwezigheidsdagen)
Berekening vakantiejaar 20xx: 26 dagen vermenigvuldigd met 65,5 afwezigheidsdagen is 1703. 1703 gedeeld door 260 is 6,55. 26 dagen in vermindering gebracht met 6,55 is 19,45. Dit wordt afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid 20. Deze persoon heeft een totaal van 20 dagen jaarlijks vakantieverlof.