De drie begrotingsluiken
Het ontwerp van begrotingswet neemt de vorm aan van drie documenten: de algemene toelichting bij de begroting, de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting.
Het ontwerp van begrotingswet neemt de vorm aan van drie documenten: de algemene toelichting bij de begroting, de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting.
Het ontwerp van begrotingswet wordt ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers uiterlijk op 15 oktober van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat. Enkel de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting moeten gestemd en gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, ten laatste op 31 december van hetzelfde jaar.
De algemene toelichting bij de begroting geeft de relatie tussen de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting weer. In dit document worden zowel de ontvangsten als de uitgaven besproken en wordt een algemeen beeld van het begrotingsbeleid van de regering gegeven. Hierdoor is de algemene toelichting bij de begroting, hoewel ze louter informatief is, een belangrijk document omdat ze vorm geeft aan het principe van de eenheid van begroting.
Dit document bevat:
Na de algemene begrotingstabel volgen vier delen:
De middelenbegroting staat de inning van de belasting toe in overeenstemming met de desbetreffende wetten, besluiten en tarieven en ook het afsluiten van leningen binnen de grenzen en voorwaarden die ze bepaalt. Ze bevat ook de evaluatie van de ontvangsten van het algemeen bestuur.
Bij het ontwerp van middelenbegroting wordt een inventaris van alle fiscale uitgaven gevoegd. Deze fiscale uitgaven omvatten alle aftrekken, verminderingen en afwijkingen van het toepasselijke algemeen stelsel van belastingheffing ten voordele van belastingplichtigen of van bepaalde economische, sociale of culturele activiteiten.
In de praktijk omvat de middelenbegroting een wetsontwerp, tabellen en de toelichtende staten:
De algemene uitgavenbegroting bevat alle voorziene uitgaven voor het betrokken begrotingsjaar in de vorm van een wet en tabellen. Het document wordt aangevuld met verantwoordingen.
De algemene uitgavenbegroting begint met een algemene inleiding en de verantwoording van de algemene wettelijke bepalingen en de bijzondere bepalingen voor de departementen.
Daarna volgt het wetsontwerp, dat zes hoofdstukken bevat:
Tot slot worden de krediettabellen bij de wet gevoegd. Deze beschrijven:
De verantwoording van de algemene uitgavenbegroting bestaat uit toelichtende nota’s die per sectie (of departement) de algemene beleidslijnen uiteenzetten, hoewel deze in de praktijk vooral in de algemene beleidsnota’s opgenomen worden. Ook de toegewezen opdrachten en de nagestreefde doelstellingen staan in de toelichtende staten per organisatieafdeling. Elke nota bevat ook de middelen die moeten worden ingezet om de doelstellingen te behalen.
Hoewel er niet over de verantwoording gestemd wordt, moet de regering op overtuigende wijze toelichting verschaffen bij de beleidsinhoud. Hiertoe zorgt de regering ervoor dat er in de verantwoording indicatoren worden opgenomen die een reële evaluatie van de realisaties mogelijk maken en concrete becijferde gegevens over de resultaten van het voorgaande jaar.