De sociale zekerheid in België steunt op drie bijzondere stelsels (het werknemers-, het zelfstandigen- en het ambtenarenstelsel) en één algemeen stelsel (gezondheidszorg). De meerderheid van de werkende Belgen valt onder het werknemersstelsel.
Voor de financiering van de bijzondere stelsels worden voornamelijk drie instrumenten gebruikt:
- de sociale bijdragen
- de alternatieve financiering
- de overheidsdotaties (zowel afkomstig van het federale als van de gefedereerde entiteiten).
Het algemene stelsel, meer concreet de gezondheidszorg, wordt hoofdzakelijk gefinancierd met:
- Overdrachten afkomstig van het globaal beheer voor werknemers
- Overdrachten afkomstig van het globaal beheer voor zelfstandigen
- Alternatieve financiering (via overdrachten vanuit de twee globale beheersstelsels).
Financieringsbronnen van de sociale zekerheid
1. Sociale bijdragen
De sociale bijdragen hangen af van het inkomen. Elk stelsel heeft zo zijn bijzonderheden.
Het gaat om de belangrijkste financieringsbron van de sociale zekerheid.
2. Overheidsdotaties
De overheidsdotaties zijn overdrachten die afkomstig zijn van de overheid (federale overheid en gefedereerde entiteiten) en doorgestort worden naar de sociale zekerheid.
3. Alternatieve financiering
De alternatieve financiering is een overdracht van fiscale ontvangsten naar de sociale zekerheid. Ze werd in het leven geroepen in de jaren 1980 toen de sociale bijdragen in sommige sectoren werden teruggeschroefd, wat een inkomstenvermindering tot gevolg had.
Sinds haar ontstaan is het systeem van de alternatieve financiering een stuk ingewikkelder geworden, vandaar de hervorming (wet van 18 april 2017) die een vereenvoudiging, verduurzaming en responsabilisering van de financiering van de sociale zekerheid inhield.
Merk op dat de gegevens over de sociale zekerheid in haar geheel geen rekening houden met de overdrachten tussen de bijzondere regimes. De som van de financieringen afkomstig uit onderstaande stelsels is dus niet vergelijkbaar met de financiering van de sociale zekerheid in haar geheel.
Financieringsstructuur van de socialezekerheidsstelsels
Globaal beheer voor werknemers
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zorgt voor de inning van de ontvangsten van het globaal beheer voor werknemers. Sinds 1 januari 1995 is er immers een globaal financieel beheer van kracht en sindsdien financiert de RSZ de takken van de sociale zekerheid van de werknemers volgens hun behoeften.
De sociale bijdragen (werkgeversbijdrage en eigen bijdrage) zijn de belangrijkste financieringsbron van het werknemersstelsel, nog vóór de alternatieve financiering en de overheidsdotaties.
In 2022 zijn de ontvangsten van het werknemersstelsel als volgt verdeeld:
Globaal beheer voor zelfstandigen
Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) is verantwoordelijk voor het globaal beheer voor zelfstandigen. De sociale bijdragen die ingezameld worden door de sociale verzekeringskassen waarbij de zelfstandigen aangesloten zijn, worden vervolgens doorgestort naar het RSVZ. Ze vormen de belangrijkste financieringsbron van het zelfstandigenstelsel, nog vóór de alternatieve financiering en de overheidsdotaties.
In 2022 zijn de ontvangsten van het zelfstandigenstelsel als volgt verdeeld:
Ambtenaren
De federale statutaire ambtenaren en de ambtenaren die voor de Gewesten en de gemeenschappen werken vallen onder het algemene gezondheidszorgstelsel. Voor de andere socialezekerheidsprestaties hebben zij een specifiek stelsel.
De ambtenarenpensioenen worden grotendeels gefinancierd via een overheidsdotatie.
In 2022 zijn de ontvangsten van het ambtenarenpensioenstelsel als volgt verdeeld:
Gezondheidszorg
Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) beheert het gezondheidszorgsysteem in België. De ontvangsten van het RIZIV zijn hoofdzakelijk afkomstig van overdrachten van de RSZ en het RSVZ (hetzij van rechtstreekse overdrachten, hetzij van overdrachten die gefinancierd worden via alternatieve financiering). Die overdrachten vertegenwoordigen 85 % van de ontvangsten van RIZIV-Gezondheidszorg. Van die overdrachten is 91 % afkomstig van de RSZ, terwijl 9 % afkomstig is van het RSVZ.