Monitoring
De -methodologie die aan de basis van deze berekening ligt, beoogt het minimaliseren van het risico op onderschatting van de personeelskost, gelet op het regeringsobjectief dat moet gedekt worden.
Het rapport wordt tweemaal per jaar opgemaakt door de dienst SEPP - Workforce Planning van de BOSA, een eerste keer op basis van de loonlasten van mei en een tweede keer op basis van de loonlasten van december.
De monitoring berekent verschillende indicatoren (KPI’s) die de personeelskosten vergelijken met de personeelsenveloppe. De meest volledige en meest betrouwbare indicator is de KPI 3. Deze integreert naast de geraamde kosten ook de impact van de gekende toekomstige personeelsbewegingen zoals werving, vertrek en bevordering.
Voor wie?
Nadat de betrokken hr-dienst het monitoringrapport heeft gecontroleerd en de Task Force Workforce Planning het rapport heeft gevalideerd, is het beschikbaar voor de operationele hr-verantwoordelijke en de Inspecteur van Financiën om, indien nodig, over te gaan tot een monitoring van de operationele beslissingen.
Aan de slag met de Risicomonitoring
Om de federale organisaties te ondersteunen bij de SEPP-methodiek en de interpretatie van de Monitoring van het risico op overschrijding van de personeelsenveloppes, zijn verschillende hulpmiddelen ontwikkeld: