Strategisch plan
In vergelijking met de vroegere bestuursovereenkomsten beogende strategische plannen:
- een minimale inhoud
- een vereenvoudiging
- een vervanging van een klassieke gezagsverhouding tussen de politieke overheid en de overheidsdienst door een verhouding die meer gebaseerd is op de principes van een partnership
- een sterkere band met het politieke besluitvormingsproces door het strategisch plan te linken aan de volledige legislatuur.
Het strategisch plan omvat ten minste de volgende elementen:
- de langetermijnstrategie die de legislatuur overstijgt (missie, visie, waarden, omgevingsanalyse en belanghebbendenanalyse)
- de strategie voor de legislatuur
- een communicatieplan voor de inhoud van het strategisch plan
- een meerjarig financieel kader
- de wederzijdse verbintenissen om gunstige voorwaarden te scheppen voor de uitvoering van de strategieën en doelstellingen
- de transversale doelstellingen om het transversaal beleid uit te voeren
- de verantwoordelijkheid voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.
Operationeel plan
Het operationeel plan concretiseert het strategisch plan.
Het bevat ten minste de volgende elementen:
- de SMART-beschrijving (specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden) van de operationele doelstellingen en de middelen die daarvoor worden ingezet
- een korte beschrijving van de processen, projecten en acties/initiatieven rond de toepassing van deze operationele doelstellingen, met vermelding van de indicatoren waarmee je de uitvoering kan volgen en meten, de toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de uitvoering aan een dienst, afdeling of andere sub-entiteit van de overheidsdienst
- de KPI's verbonden aan de transversale doelstellingen.
Een operationeel plan treedt in werking op 1 januari van het kalenderjaar waarop het betrekking heeft en eindigt op 31 december van hetzelfde kalenderjaar.