Uitzonderingen met betrekking tot de duur van 1 jaar
Evaluatiecycli
De leidend ambtenaar kan besluiten tot een gemeenschappelijke startdatum voor cycli waarin de doelstellingen worden gehaald.
Om de gemeenschappelijke begindatum in te halen, worden de betrokken evaluatiecycli met maximaal zes maanden verkort of met maximaal zes maanden verlengd.
Voor het personeelslid waarvan de evaluatiecyclus zou moeten eindigen:
- hetzij binnen de zes maanden voorafgaand aan de voornoemde gemeenschappelijke startdatum, dan wordt het einde van de evaluatiecyclus uitgesteld naar de dag voorafgaand aan de voornoemde gemeenschappelijke startdatum
- hetzij binnen zes maanden na de bovengenoemde gemeenschappelijke startdatum, dan wordt het einde van de evaluatiecyclus vervroegd tot de dag vóór de gemeenschappelijke startdatum.
Het besluit over de gemeenschappelijke startdatum van de cyclus is niet van toepassing op evaluatiecycli die resulteren in een remediëring of die volgen op de toekenning van een vermelding ‘onvoldoende’, en evenmin op de evaluatiecyclus van een stage.
Remediëring
Als wordt vastgesteld dat een personeelslid aanzienlijk minder heeft gepresteerd dan verwacht, kan dit leiden tot een remediëring op elk moment tijdens de evaluatiecyclus.
Zolang het personeelslid in een remediëring zit, wordt zijn of haar evaluatiecyclus voortgezet.
De hiërarchisch meerdere kan op zijn vroegst aan het einde van het tweede functioneringsgesprek van de evaluatiecyclus van het personeelslid besluiten om tot remediëring over te gaan. Tussen twee gesprekken moeten ten minste twintig effectief gepresteerde dagen liggen om een beschrijvende beoordeling van het functioneren, de competenties en de vaardigheden van het personeelslid te kunnen maken.
Remediëring is een begeleiding ‘op maat' van het personeelslid met het oog op de verdere ontwikkeling van zijn of haar loopbaan, een proces waarin het ontdekken, versterken of ontwikkelen van de competenties van het personeelslid centraal staat.
Remediëring is gebaseerd op een overeenkomst tussen de hiërarchisch meerdere en het personeelslid (de geëvalueerde), en zij worden in dit proces begeleid en ondersteund door de P&O-directeur of diens afgevaardigde.
Het personeelslid dat een remediëring ondergaat, wordt geëvalueerd op de verwezenlijking van de prestatie- en ontwikkelingsdoelstellingen die tijdens het remediëringsgesprek zijn vastgesteld.
De remediëring duurt minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden, waarvan minimaal zestig dagen worden gepresteerd in de remediëring.
Het personeelslid kan altijd weigeren mee te werken aan de remediëring. Het besluit van de hiërarchisch meerdere om te remediëren blijft echter van kracht. Na deze weigering moet een periode van ten minste zes maanden zijn verstreken (waarvan ten minste zestig gepresteerde dagen in de remediëring) voordat, in voorkomend geval, kan worden overwogen een vermelding ‘onvoldoende’ toe te kennen.