Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be
Van toepassing voor
Federale ambtenaren
    1. Communiceren

      Informatie, meningen en ideeën overbrengen en uitwisselen en daarvoor de stijl en de communicatiekanalen kiezen die zijn aangepast aan de context en de doelgroep.

      • Niveau 1

        Informatie uitwisselen en in dialoog gaan

      • Indicatoren
        • Je communiceert begrijpelijk en direct.
        • Je respecteert alle vormen van diversiteit in je omgang met anderen.
        • In je omgang met anderen stel je vragen om de boodschap te verduidelijken.
        • Je past je lichaamstaal aan in functie van de situatie.
        • Je past je boodschap en je toon aan in elke situatie.
        • Je gebruikt op een veilige manier digitale communicatiekanalen om je boodschap over te brengen.
      • Niveau 2

        Meningen delen en gepast communiceren

      • Indicatoren
        • Je deelt je ideeën helder en transparant.
        • Je drukt je op een assertieve wijze uit.
        • Je vindt het evenwicht tussen luisteren en spreken.
        • Je waardeert de diversiteit in de meningen en bijdragen van anderen.
        • Je stemt je communicatie af op je doelpubliek.
        • Je gebruikt op een veilige manier digitale tools om te communiceren.
      • Niveau 3

        Overtuigen en onderhandelen

      • Indicatoren
        • Je kan de aandacht van een publiek trekken en vasthouden.
        • Je verdedigt je standpunt op een constructieve manier.
        • In je omgang met anderen gebruik je argumenten om te overtuigen.
        • In onderhandelingen met uiteenlopende belangen slaag je erin om tot een akkoord te komen.
        • In onderhandelingen zie je de waarde van een verscheidenheid aan standpunten.
        • Je gebruikt op een veilige manier digitale communicatiekanalen om de impact van je communicatie te verhogen.
      • Niveau 4

        De organisatie vertegenwoordigen en communicatie aanmoedigen

      • Indicatoren
        • Je stimuleert alle vormen van diversiteit in al de communicatie van je afdeling of je organisatie.
        • Je moedigt anderen aan om de dialoog aan te gaan en hun ideeën te uiten.
        • Door je overtuigende en inspirerende communicatie breng je verschillende standpunten bij elkaar.
        • Je verdedigt de belangen van je organisatie, zowel binnen je organisatie als daarbuiten.
        • Je spreekt in de naam van je organisatie op interne en externe forums.
        • Je bevordert goede digitale communicatiepraktijken in je afdeling of je organisatie op een veilige manier.
      • Terug naar definitie Communiceren

      • Terug naar de inhoudstafel

    1. Samenwerken

      In team werken, professionele relaties opbouwen en kennis delen om de gezamenlijke doelen te bereiken.

      • Niveau 1

        Actief samenwerken

      • Indicatoren
        • Je helpt spontaan collega’s bij hun werk.
        • Je houdt rekening met verschillende culturen, ideeën en standpunten.
        • Je neemt actief deel aan de activiteiten en vergaderingen van je team.
        • Je deelt je kennis en goede werkwijzen met je collega’s.
        • Je staat open voor feedback.
        • Je deelt informatie met je team op de digitale platformen.
      • Niveau 2

        Samenwerken aanmoedigen

      • Indicatoren
        • Je leert het werk aan anderen door zelf het voorbeeld te tonen.
        • Je moedigt anderen aan om open te staan voor andere culturen, ideeën en meningen.
        • Je werkt goed samen met je team in een hybride werkcontext.
        • Je zet de stap om meningsverschillen met collega’s uit te klaren.
        • Je kan gepast en respectvol feedback geven en feedback krijgen.
        • Je spoort je collega’s aan om samen te werken op de digitale platformen.
      • Niveau 3

        Transversale samenwerking ontwikkelen

      • Indicatoren
        • Je draagt bij aan de teambeslissingen en voert ze mee uit.
        • Je introduceert methodes voor co-creatie binnen en tussen teams in een hybride werkcontext.
        • Je ziet snel conflicten binnen en tussen teams en je komt tussen.
        • Je gebruikt continue feedback om samen te werken binnen en tussen teams.
        • Je installeert methodes voor kennisdeling in een hybride werkcontext.
        • Je bouwt constructieve relaties op met collega’s op verschillende niveaus, binnen en buiten de organisatie.
      • Niveau 4

        Een samenwerkingsomgeving creëren

      • Indicatoren
        • Je creëert een kader waarin teams hun kennis kunnen delen en doorgeven.
        • Je creëert een kader dat openheid voor anderen en hun ideeën aanmoedigt.
        • Je stimuleert cohesie en co-creatie in je afdeling of in je organisatie in een hybride werkcontext.
        • Je moedigt anderen aan om constructief om te gaan met conflicten.
        • Je moedigt een feedbackcultuur aan in je afdeling of organisatie.
        • Je bouwt een netwerk uit van belangrijke stakeholders om je doelstellingen te bereiken.
      • Terug naar definitie Samenwerken

      • Terug naar de inhoudstafel

    1. Begeleiden

      Medewerkers samenbrengen en motiveren om de doelen te bereiken, hen inspireren door zelf het voorbeeld te geven en de veranderingen in de organisatie faciliteren.

      • Niveau 1

        Je team mobiliseren en verandering bevorderen

      • Indicatoren
        • Je waakt erover dat teamleden hun rol en verantwoordelijkheden ten volle opnemen.
        • Je herinnert je team regelmatig aan de gemeenschappelijke doelen en je denkt  samen na over mogelijke acties.
        • Je geeft het goede voorbeeld aan je team.
        • Je geeft je teamleden regelmatig constructieve feedback en stelt verbeteringen voor.
        • Je plant leeracties zodat elk teamlid de nodige competenties verwerft.
        • Je legt veranderingen uit zodat de teamleden ze begrijpen en er de voordelen van inzien.
      • Niveau 2

        Je team helpen groeien en verandering stimuleren

      • Indicatoren
        • Je bepaalt haalbare en stimulerende doelen voor je teamleden.
        • Je erkent zowel teamwerk als individueel werk als bijdrage aan de teamresultaten.
        • Je bent beschikbaar en ondersteunt je team.
        • Je stimuleert regelmatige feedback binnen het team.
        • Je organiseert leeractiviteiten en begeleidingen om de teamcompetenties te versterken.
        • Je motiveert je team om mee te evolueren en mee te gaan in veranderingen.
      • Niveau 3

        Je teams samenbrengen en veranderingen begeleiden

      • Indicatoren
        • Je bepaalt duidelijke richtlijnen en prioriteiten voor de teams.
        • Je brengt teams samen om aan gemeenschappelijke opdrachten te werken.
        • Je motiveert de teams om hun opdrachten waar te maken.
        • Je stimuleert feedback binnen en tussen teams.
        • Je moedigt de ontwikkeling van competenties en talenten in de teams aan.
        • Je faciliteert en implementeert veranderingen in de teams.
      • Niveau 4

        Je teams engageren en veranderingen in de organisatie aansturen

      • Indicatoren
        • Je ondersteunt de teams bij het bepalen van hun doelen en bij de realisatie ervan.

        • Je inspireert de teams en maakt ze enthousiast om mee te werken aan de missies van de organisatie.

        • Je stimuleert het delen en ontwikkelen van kennis binnen je afdeling of je organisatie.

        • Je schept het kader voor een feedbackcultuur.

        • Je zorgt voor veel leermogelijkheden in je afdeling of in je organisatie zodat talenten en competenties kunnen groeien.

        • Je mobiliseert je afdeling of je organisatie voor veranderingsprojecten.

      • Terug naar definitie Begeleiden

      • Terug naar de inhoudstafel