Voorwaarden
De afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden is alleen een recht is voor statutaire ambtenaren, met uitzondering van
- de ambtenaren van A4 en A5 die de leiding hebben van een dienst en
- de ambtenaren die titularis zijn van een functie die uitgesloten werd bij MB om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst.
Voor deze 2 laatste groepen kan de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden evenwel toch toegekend worden als de leidend ambtenaar oordeelt dat de goede werking van de dienst niet verstoord wordt door de toekenning van dit verlof (KB 19.11.1998, art.7, §1). In dat geval is het dus een gunst en geen absoluut recht.
Tijdens dit verlof ben je in ‘non-activiteit’. Je kan elders in loondienst gaan werken, op voorwaarde dat er geen onverenigbaarheid is met je functie.
Aanvraag en duur
Je moet de aanvraag schriftelijk doen en minstens 2 maanden op voorhand, tenzij je administratie een kortere termijn aanvaardt. Een verlenging is mogelijk op jouw verzoek en ten minste één maand voor de lopende periode om is.
De maximumduur van de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden bedraagt 4 jaar.
Op de maximumduur van 4 jaar worden alle opgenomen periodes aangerekend die de federale ambtenaar opgenomen heeft vanaf 1 december 1998.
Je kan dit verlof opsplitsen, maar dan moet je dit verlof in periodes van minimum zes maanden opnemen. In afwijking daarvan kan je ook tijdens je hele loopbaan zes keer een afwezigheid van 1 maand krijgen.
Einde
Op jouw verzoek heb je de mogelijkheid om vroegtijdig uit dit verlof te stappen mits een opzegperiode van drie maanden, tenzij je administratie een kortere periode aanvaardt.