Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Basisbegrippen

Mandaathouders oefenen een managementfunctie uit in het kader van een aanstelling van bepaalde duur (in principe 6 jaar).

Deze functies bestaan in verschillende organisaties:

- FOD en POD

- ION (KB 2006)

- OISZ

- WI

- Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg

Gelet op de afwijkende regelgevingen, wordt momenteel alleen het statuut binnen de FOD, POD en sommige ION (KB 2006) besproken.

De andere mandaatfuncties worden later toegevoegd.
 

Van toepassing voor
Mandaathouders

Inhoudstafel

Wat is een mandaathouder?

Mandaathouders zijn houders van een managementfunctie. De managementfuncties binnen de federale overheid zijn beheersfuncties en in functionele diensten met een mandaat van bepaalde duur.

Wat is het statuut van de mandaathouder?

Ongeacht de arbeidsrechtelijke situatie vóór het mandaat (ambtenaar, zelfstandige, contractueel, … ) is het statuut van het Rijkspersoneel op de mandaathouder van toepassing tijdens zijn mandaat. Er zijn evenwel afwijkende bepalingen. Zo moet de mandaathouder bijvoorbeeld geen stage doorlopen worden en zijn er specifieke reglementaire bepalingen voor de selectie, verlof, evaluatie, verloning, deelname aan selectiecommissies , enz. , die afwijken van het statuut van het overheidspersoneel (koninklijk besluit 02.10.1937). 

Indien de mandaathouder voorheen statutair personeelslid was, zal hij in voor de duur van zijn mandaat in dienstactiviteit blijven. Dit wil zeggen dat hij geen impact ondervindt op zijn anciënniteit en het recht op bevordering behoudt

Managementfuncties in de en

De managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten zijn de volgende:

  1. De voorzitter van het directiecomité of de voorzitter (N);
  2. De managementfunctie –1 (N-1);
  3. De managementfunctie –2 (N-2).

Managementfuncties in de ION

De managementfuncties in de ION zijn de volgende:

  1. de administrateur-generaal of de directeur-generaal (N);
  2. de adjunct-administrateur-generaal of de adjunct-directeur-generaal (N);
  3. de managementfunctie –1 (N-1);
  4. de managementfunctie –2 (N-2).

Deze managementfuncties worden uitgeoefend in de beheerdiensten en in de functionele diensten.

De managementfuncties in de functionele diensten zijn de volgende:

  1. Personeel en Organisatie;
  2. Begrotings- en Beheerscontrole;
  3. Informatie- en Communicatietechnologie.

Duur van het mandaat

Managementfuncties worden uitgeoefend via een mandaat, d.w.z. een tijdelijke aanwijzing van 6 jaar*. Deze periode kan éénmaal worden verlengd.

 

* binnen de FOD Buitenlandse zaken bestaat ook een mandaat van 4 jaar voor ambtenaren die deel uitmaken van de externe loopbanen (keuze tussen 4 en 6 jaar).

 

Contact

Regelgeving

  • Koninklijk besluit van 29 oktober 2001

    Koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van managementfuncties in de federale overheidsdiensten Gecoördineerde versie
  • Koninklijk besluit van 30 november 2003

    Koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van staffuncties en...
  • Koninklijk besluit van 16 november 2006

    Koninklijk besluit van 16 november 2006 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in sommige instellingen van openbaar nut Gecoördineerde...
  • Koninklijk besluit van 21 december 2021

    Koninklijk besluit van 21 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de...
  • Ministerieel besluit van 21 februari 2023

    Ministerieel besluit van 21 februari 2023 tot vaststelling van de samenstelling van het comité voor de weging van de mandaatfuncties Belgisch Staatsblad van 21 maart 2023