Bedrag
Deze vergoeding stemt overeen met een twaalfde van de jaarlijkse bezoldiging.
1/ vermelding ‘onvoldoende’
Het aantal twaalfden waarop de mandaathouder recht heeft, hangt af van de aard van de vermelding en het tijdstip waarop de vermelding werd toegekend.
Vermelding ‘onvoldoende’:
|
Beëindigingsvergoeding:
|
---|
eindevaluatie
|
8 keer
|
---|
2e tussentijds evaluatie
|
6 keer
|
---|
1e tussentijdse evaluatie
|
3 keer
|
---|
Als de mandaathouder een ontwikkelingstraject volgt en de vermelding ‘onvoldoende’ krijgt, ontvangt hij een beëindigingsvergoeding.
Vermelding ‘onvoldoende’:
|
Beëindigingsvergoeding:
|
---|
aan het einde van de jaarlijkse cyclus voorafgaand aan de laatste cyclus
|
6 keer
|
---|
aan het einde van de jaarlijkse cyclus volgend op de eerste evaluatiecyclus.
|
3 keer
|
---|
2/ Tweetaligheid
De mandaathouder krijgt 2 keer het bedrag van de beëindigingsvergoeding, dit wil zeggen 2 keer een twaalfde van de jaarlijkse bezoldiging.
Uitbetaling
Elke maand wordt een twaalfde uitbetaald. De mandaathouder moet wel maandelijks een verklaring op eer afleggen waaruit blijkt dat hij in die periode geen beroepsinkomen of rustpensioen had.
Vanuit fiscaal oogpunt wordt de beëindigingsvergoeding beschouwd als een vergoeding die verkregen is tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van inkomsten.